Financiën decentrale overheden

Een veel voorkomende vraag van raadsleden/statenleden is: Hoe staat mijn gemeente/provincie er financieel voor? Net als wanneer iemand naar zijn eigen financiële positie kijkt, is het noodzakelijk om zicht te hebben in de wijze waarop de bezittingen zijn gefinancierd. Als iemand bijvoorbeeld een relatief goed en zeker inkomen heeft om zijn huur of hypotheek te betalen, verder geen grote schulden heeft en ook nog over een spaarsaldo beschikt, dan kan worden geconcludeerd dat zijn financiële positie solide is.

Zo is het ook bij gemeenten/provincies. Heeft een gemeente/provincie geen of weinig schulden, een goed gevulde bankrekening en zijn de baten vrijwel ieder jaar even hoog of iets hoger dan de lasten, dan staat een gemeente/provincie er over het algemeen goed voor. Met behulp van vijf financiële kengetallen, die betrekking hebben op de balans en de begroting c.q. jaarrekening kan een exacter beeld worden geschetst van de financiële positie van een gemeente/provincie.

De Gemeentewet en de Provinciewet schrijven voor dat elke gemeente en elke provincie jaarlijks begrotings- en verantwoordingsstukken moet opstellen. Het Besluit begroting en verantwoording (BBV) bevat de regelgeving daarvoor. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor de inrichting en functioneren van het financiële stelsel en de regelgeving m.b.t. de inrichting van de begrotings- en verantwoordingsstukken van medeoverheden.

In 2014 heeft een adviescommissie onder leiding van Staf Depla, een rapport uitgebracht over de vernieuwing van het BBV. Uit dit rapport kwam naar voren dat er diverse ontwikkelingen zijn die vragen om vernieuwing van regels met betrekking tot de begroting en verantwoording van openbare lichamen. Het ministerie van BZK onderschreef deze signalen en oplossingsrichting. De adviezen van de commissie vormden de aanleiding voor wijziging van het BBV. Een van de wijzigingen betreft het verplicht opnemen van een uniforme basisset financiële kengetallen door gemeenten en provincies. Gemeenten en provincies moeten met ingang van de begroting 2016 en de jaarrekeningstukken 2015 vijf kengetallen opnemen in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing.

Infographic financiële kengetallen
Beeld: ©Ministerie van BZK
Infographic financiële kengetallen

Uitleg bij de kengetallen

Beoordeling van de kengetallen

Een afzonderlijk kengetal zegt weinig over hoe de financiële positie moet worden beoordeeld. Zo hoeft een hoge schuld geen nadelig effect te hebben op de financiële positie, maar is dat afhankelijk of en wat er aan eigen vermogen en baten tegenover die schuld staat en hoe groot de kans is dat de schuld weer wordt afgelost. Het is dus, met andere woorden, niet mogelijk om een individueel kengetal te gebruiken voor de beoordeling van de financiële positie. De kengetallen zullen altijd in samenhang moeten worden bezien, omdat ze alleen gezamenlijk en in hun onderlinge verhouding een goed beeld kunnen geven van de financiële positie van een gemeente of provincie. De kengetallen zijn daarom gezamenlijk opgenomen in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing. Omdat de kengetallen in hun onderlinge relatie moeten worden bezien in de beoordeling van de financiële positie is het van belang dat niet alleen de kengetallen worden opgenomen in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing maar ook worden voorzien van een adequate toelichting.

Geen externe normering

Omdat de kengetallen in de eerste plaats bedoeld zijn om inzicht te geven in de financiële positie ten behoeve de horizontale verantwoording, is een externe normering niet aan de orde. Dit is een keuze van de gemeente of provincie zelf. Het is de rol van het college of GS om aan de hand van de kengetallen de financiële positie toe te lichten en de rol van de raad of staten om eventueel bijstellingen te verlangen.