In een lijnorganisatie staat boven elke medewerker één manager. De taken zijn opgedeeld in logisch bij elkaar horende taken of geordend op doelgroep/dienst, etc. Zo ontstaat een organogram of piramide. Iedereen in de organisatie heeft één manager en zo is duidelijk wie aan wie leiding geeft. Voordeel is de duidelijkheid en eenvoud in taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Nadeel is dat dit type organisatie kan leiden tot afdelingen die op zichzelf staan, dat er weinig flexibiliteit is en er een bureaucratie ontstaat.
In de lijn-staf organisatie is er naast management een staf van specialisten (voor bedrijfsvoeringstaken) die de directie adviseert en ondersteunt. Voordeel is de inschakeling van specialisten en betere samenwerking tussen afdelingen. Nadeel kan zijn dat de staf te theoretisch bezig is of te veel bevoegdheden krijgt.